Het leest als het scenario voor een film.
Kleine scharrelaar werkt zich op tot eigenaar van tientallen Amsterdamse
panden. Hendrik Tabak is fout in de oorlog, lapt ook daarna de regels aan zijn
laars en verklaart zijn succes onder meer uit zijn goede relaties ten
stadhuize. Uiteindelijk overleeft hij een overval niet. Hij overlijdt tussen de
auto’s in zijn illegaal gebouwde garage in de Amsterdamse Spuistraat. Die
garage was tot stand gekomen door verschillende panden op de begane grond door
te breken. Allemaal zonder vergunning. Uiteraard. De erven Tabak verkopen de
panden, die vervolgens leeg komen te staan. In 1983 worden ze gekraakt. Het
pand De Slang 6 maart, en nog geen twee maanden later volgde het pand
Langgewagt. In Amsterdamse stadsvernieuwingsjargon behoren ze tot Cluster Tabak
I en Cluster Tabak II, zodat de naam van de illustere eigenaar nog voortleeft. Gekraakt
of niet, Amsterdamse vastgoedhandelaren verkopen de panden in de loop der jaren
regelmatig aan elkaar door. In 2008 koopt Woningbouwcorporatie De Key de
panden.
Wonen en Werken
Ondertussen wordt er al die jaren gewoond en
gewerkt. In allebei de panden door zo’n 10 mensen, allemaal kunstenaars. Ze
houden zich bezig met beeldende kunst, film, mode en industrieel ontwerp. Het
is voor het functioneren van de panden cruciaal, vinden de bewoners. ‘Kunst is
geen baan’, vindt Alberto De Michele,
bewoner van Langgewagt. ‘Het is een manier van leven, ergens in geloven, mensen
op een andere manier naar dingen laten kijken. Daar doe ik het voor. Het samen
wonen en delen van deze gedachte, maakt het wonen en werken in dit pand
speciaal.’
Bewoners voeren samen projecten uit. ‘We wonen
onder één dak, we kennen elkaar goed en we weten wat we van elkaar kunnen
verwachten’, vertelt De Michele. ‘We kunnen elkaar snel betrekken bij een
project, en goed samenwerken. We helpen elkaar vaak bij opdracht. De een zet
een website op voor een ander, ik doe iemand idee aan de hand. En dat gaat
goed, want de groep is klein genoeg om precies te weten wat anderen doen en
kunnen.’ Eugenie Jansen, ook bewoner van Langgewagt vult aan: ‘Voor een
kunstenaar is het krijgen van opbouwende kritiek cruciaal voor zijn
ontwikkeling. Omdat we niet alleen in het pand werken, maar er ook wonen, is er
het vertrouwen dat relaties niet snel kapot gaan door kritiek. Bij ons loopt
privé en zakelijk altijd door elkaar.’ Het maakt het wonen en werken in het
pand juist aantrekkelijk, vindt Mark Bakker, wonend en werkend in De Slang.
´Mensen die hier willen wonen, zijn ook mensen die wel tegen die chaos kunnen.
Die het juist zoeken, omdat het ze inspireert. En ik vind het wel fijn dat
iemand een hele andere mening terug geeft.´
Logeerkamer
Voor de dynamiek en de synergie is ook de logeerkamer
belangrijk. Eugenie Jansen: ‘Je mag twee, drie weken bij ons komen logeren.
Bewoners nodigen mensen uit, en zijn verantwoordelijk voor ze. Je moet echt
reserveren, want hij is eigenlijk altijd wel bezet. Koninginnedag is populair
bij oud-bewoners, maar ook de IDFA of tentoonstellingen laten een piek in de
belangstelling zien. Soms zie je de logé niet, maar sommige logees worden
bewoners. Hoe dan ook, de logeerkamer zorgt vrijwel altijd voor reuring.’ Ook
op een prozaïscher vlak is sprake van synergie. Bewoners delen keuken, douche
en toilet. En die zijn eigenlijk nooit bezet. ´Ik heb het in die elf jaar dat
ik hier woon, precies twee keer meegemaakt dat allebei de wc´s in het pand
bezet waren´, stelt Mark Bakker droogjes vast.
Nieuwe Bewoners
Die synergie op alle vlakken heeft natuurlijk ook
te maken met de manier van selecteren van nieuwe bewoners voor de panden. Die
selectie is weliswaar niet in regels gevat, maar komt eigenlijk altijd op
dezelfde manier tot stand. Zo hoef je geen kunstenaar te zijn, maar het feit
dat het om woon/werkruimte gaat en de bewoners zelf allemaal wel werkzaam zijn
in de kunst en in hun eigen netwerk zoeken, leidt er toe dat nieuwe bewoners
eigenlijk altijd ook kunstenaars zijn. In de praktijk worden altijd meerdere
kandidaten voorgesteld. Daar worden gesprekken mee gevoerd, soms meerdere. Of
iemand er uiteindelijk kan komen wonen, wordt democratisch besloten. In dat
proces heeft de verdieping waar iemand uiteindelijk terecht zal komen een twee
keer zo zware stem als de andere verdiepingen. En als een bewoner een
nieuweling echt niet ziet zitten, dan heeft hij een veto. Maar daar wordt
slechts spaarzaam gebruik van gemaakt.
Beide panden zien graag dat er een paar mensen
wonen van buiten Nederland. Die brengen een andere visie, een andere cultuur.
En het ligt voor de hand, het zijn mensen die vaak niet zo makkelijk een plek
vinden en dus in een kraakpand terecht komen. Tegelijk draagt het ook bij aan
de dynamiek in het pand, want juist mensen uit het buitenland vertrekken weer,
waardoor er plek komt voor nieuwe mensen. ‘Toch is dynamiek geen doel op zich’,
vindt Mark Bakker. ‘Het doel is met elkaar mooie dingen te maken en dan is het
goed een mooie mix te hebben van mensen die er net zijn en mensen die er al
lang wonen.’ Langgewagt kiest er daarnaast bewust voor altijd iemand in huis te
hebben die studeert aan de Rietveld Academie.
Organisch Beheer
Het dagelijks beheer van de panden gaat welhaast
organisch. Langgewagt vergadert bijna nooit, De Slag houdt het op één keer per
maand. Iedereen doet zijn ding, en dan vooral het ding waar hij goed in is. De
een maakt meer schoon, de ander doet meer aan het onderhoud van het pand en een
derde doet de politiek en onderhoudt de contacten. ‘Je doet waar je goed bent’,
vertelt Eugenie Jansen. ‘En daar letten we bij de selectie ook wel op. We
zoeken altijd iemand die kan schrijven, want daar is altijd een tekort aan. Het
geschreven woord is onder de kunstenaar in de panden niet de favoriete
uitingsvorm.’
Wonen en werken in de beide panden is niet duur.
Iedereen betaalt € 150 per maand. Daarvan worden de rekeningen betaald, gas en
licht, de OZB en de afvalstoffenheffing. Ook het onderhoud van de panden wordt
met dat geld betaald. En er is in de loop der jaren een potje opgebouwd voor
advocaatkosten, geen overbodige luxe voor kraakpanden. ‘Alle eigenaren hebben
we de afgelopen jaren benaderd, met het aanbod om huur te betalen’ vertelt Mark
Bakker. ‘Maar ze hebben ons geen van allen willen legaliseren.’
Eigendom van een Corporatie
Waren de panden in de handen van de vorige
eigenaren vooral handelswaar, woningcorporatie De Key wil met de panden aan de
slag. Eugenie Jansen: ‘In het begin ging dat heel goed. We zijn op studiereis
geweest naar Londen, samen met De Key. We ontwikkelden een plan om de panden
een stevige plek te geven in de creatieve economie. De garage onder Langgewagt
wilden we ombouwen tot een multifunctionele ruimte. Doordeweeks flexplekken
voor zzp-ers in de creatieve sector, in het weekend een ArtMall. Een markt waar
je toonaangevende vormgevers en kunstenaars en hun producten kunt vinden,
design, mode, performances en dj’s. We hebben twee keer bij wijze van pilot een
ArtMall georganiseerd in die 600m2 grote ruimte, en dat was een succes.’ Toen
de bedrijfsruimte onder De Slang – die altijd werd verhuurd – vrij kwam, gaf De
Key toestemming om die te gebruiken voor exposities en voorstellingen. En die
wordt daar nu intensief voor gebruikt, met veel bezoekers als gevolg.
De bewoners denken dat Amsterdam Centrum de plek
die zij in gedachten hebben, nodig heeft. ‘In de jaren ‘80 was dit een
bruisende kunstbuurt, hier kwamen de jonge wilden van toen. Al mijn docenten
van de Rietveld kwamen hier biertjes drinken’ vertelt Alberto de Michele. ‘En
nog steeds is het een perfecte plek voor toeristen, bewoners, mensen die in de
binnenstad werken, om de andere kunst van Amsterdam te ervaren. Het is een plek
met geschiedenis, hier is Aorta opgericht. Steden hebben dit soort vrijplaatsen
nodig om zich te blijven ontwikkelen. Alleen maar plekken waar alleen telt
hoeveel geld het oplevert, daar kan een stad niet van leven.’
Voor de Kunst
Maar na een voorspoedig begin, ging het roer om
bij De Key. De plannen die waren gemaakt, vonden bij De Key geen gehoor. Die
trok zijn eigen plan en begon een procedure om de bewoners uit het pand te
krijgen. ‘Dat stelde ons ernstig teleur’, zegt Mark Bakker. ‘We waren blij toen
de panden werden gekocht door een corporatie. Tot die tijd waren onze panden
jarenlang in handen geweest van speculanten. Speculanten die het niet
interesseerde wie hier zat, nooit iets aan het onderhoud deden en onderling
doorverkochten en de prijzen op joegen. Corporaties zijn er voor bewoners, dus
we verwachtten goede ontwikkelingen van De Key en dan draait het uit op een
rechtszaak.’ De bewoners zien hun oorspronkelijke ambities niet meer
gerealiseerd worden met De Key. Woon/werkruimte voor kunstenaars, flexplekken,
Art Mall, ze geloven er niet meer in. Maar ze zien nog wel in een kans om een
Woon/Werkpand voor kunstenaars aan het Spui te bewaren. Ze hebben De Key
voorgesteld om De Slang te kopen, tegen een markconforme prijs. En met de 9 ton
die het stadsdeel nog in kas heeft voor een verbouwing, hopen ze met De Slang
toch een mooie plek te behouden. Voor zichzelf, maar ook voor de kunst in Amsterdam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten